De regering-Michel is op zoek naar geld, en dat zullen spaarders en beleggers geweten hebben. Voor dit jaar kondigde ze twee maatregelen aan waardoor spaarders en beleggers minder centen ontvangen. Ten eerste stijgt de roerende voorheffing van 25 naar 27 %, daarnaast komt de gevreesde speculatietaks er.

In 2011 bedroeg de roerende voorheffing op beleggingsproducten slechts 15 %. In 5 jaar tijd betalen beleggers dus 12 % meer. Goed om weten: de roerende voorheffing geldt niet voor spaarboekjes, die vrijgesteld zijn. Er geldt wel een uitzondering: wie op een spaarboekje meer dan 1.880 euro interest ontvangt, betaalt 15 % roerende voorheffing. Op interesten op zicht- en termijnrekeningen, kasbons, beleggingsfondsen en obligaties betalen spaarders 27 % roerende voorheffing.

De in 2014 gelanceerde volksleningen vielen voor de roerende voorheffing onder het uitzonderingstarief van 15 %. Ook dat verandert: vanaf dit jaar betaalt u op de interesten 27 % belasting. Meteen lieten enkele banken weten dat ze de volkslening uit hun aanbod schrappen. Volksleningen zijn vergelijkbaar met een termijnrekening of kasbon, maar de banken mogen het opgehaalde geld alleen uitlenen aan projecten die door de Belgische overheid zijn erkend.

Staatsbons en residentiële vastgoedvennootschappen hoger belast

Behalve voor de zogenaamde Leterme-staatsbons, die zijn uitgegeven tussen 22 november en 4 december 2011, moet u voor de interesten op staatsbons ook 27 % onroerende voorheffing betalen. De Leterme-staatsbons blijven het fiscale gunsttarief van 15 % behouden. Residentiële vastgoedvennootschappen worden ook extra belast: de roerende voorheffing op dividenden stijgt van 15 naar 27 %. Op interesten uit coöperatieve aandelen betalen beleggers tot 190 euro geen belastingen. Daarboven geldt het tarief van 27 %. Van de speculatietaks zijn ze vrijgesteld.

Speculatietaks treft beleggers twee keer

De speculatietaks houdt in dat beleggers die binnen de zes maanden na aankoop hun aandelen of opties opnieuw verkopen, 33 % belastingen betalen. Zo wil de overheid speculatie en al te snelle handel afremmen. Het gevolg is wel dat eigenaars van beursgenoteerde aandelen twee keer getroffen worden: de roerende voorheffing op dividenden stijgt van 25 naar 27 % en wie zijn aandelen binnen het halfjaar verkoopt, betaalt nog eens 33 % belastingen.

Voor de speculatietaks gelden wel enkele uitzonderingen. Zo hoeven beleggers bij een gedwongen verkoop door bijvoorbeeld een overname geen speculatietaks te betalen. De regel geldt wel alleen wanneer de aandeelhouders die minstens 95 % van de aandelen bezit, de belegger verplicht om zijn aandelen te verkopen. In alle andere gevallen geldt de speculatietaks wel.

Ook aandelen die voortvloeien uit een erfenis zijn vrijgesteld van de taks. Aandelen die geschonken zijn, zijn wel onderhevig aan de belasting. Hetzelfde geldt voor afgeleide producten zoals opties, warrants, turbo’s, speeders, sprinters en futures.

Samengevat:

  • Sinds 1 januari 2016 is de roerende voorheffing gestegen van 25 naar 27 %
  • Ook de speculatietaks is sinds dit jaar een feit, al zijn er uitzonderingen
  • Sparen en beleggen is daardoor fiscaal plots een stuk minder interessant

Sparen en beleggen wordt in 2016 een stuk duurder.

Sparen en beleggen wordt dit jaar een stuk minder aantrekkelijk.

Gerelateerde berichten:

Benieuwd welke spaar- en beleggingsproducten zoal bestaan? Hier vindt u een overzicht!

Wil u weten welke belastingen gelden voor vastgoed? U leest er hier alles over!

Meer weten over schenken en erven van vastgoed? Hier vindt u meer info!

Een reactie achterlaten

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Privacy Preference Center